19 maart 2002
BOORONDERZOEK OP HOOGERSMILDE A & B
De Archeoforum-redactieleden Lammert Postma, Marten Postma en Frans de Vries hebben op 19 maart 2002 een booronderzoek verricht bij het Drentse Hoogersmilde. Dit gebeurde op de plaats waar Tjerk Vermaning senior in 1965 een collectie vuistbijlen en andere werktuigen aantrof. Er is nog steeds een discussie gaande over de vraag of deze vondsten uit de Neandertalertijd stammen; met andere woorden zijn het vervalsingen of niet?
     


Voor- en zijaanzicht van één van de controversiële vuistbijlen van Hoogersmilde (Dr.). Deze vuistbijl met registratienummer 1965/X 9 is 12,5 cm lang, 7,8 cm breed en 4,4 cm dik.
(collectie Drents Museum, Assen)

grotere afbeelding

 

Het booronderzoek door de Archeoforum-redacteuren is een onderdeel van hun onderzoek naar de aard van de Vermaning-stenen; een onderzoek dat naar verwachting in 2003 gepubliceerd zal worden. Tijdens de boringen lag de nadruk op het verzamelen van monsters van het lokale keizand en dekzand - de vermoedelijke vondstlagen - voor gedetailleerd sediment-onderzoek. Vooral het in kaart brengen van de korrelgrootteverdeling en de lemigheid van deze sedimenten zijn hierbij van belang. Met name omdat dan duidelijker wordt of de verwerings(verschijnselen) op de Vermaning-artefacten aansluiten bij de aard van deze sedimenten.

De vuistbijlen en andere artefacten van Hoogersmilde kenmerken zich door afwijkende (verwerings)sporen en het ontbreken van te verwachten verweringsverschijnselen, zoals windlak. Onderzoek naar de lemigheid van vooral het keizand, zal meer informatie opleveren over de vraag of de Vermaning-artefacten in een lemige laag afgesloten zijn geraakt van verweringsinvloeden. Binnenkort staat een tweede boorcampagne gepland om ter plaatse de laatste gegevens te verzamelen.

 
 

 

 

 






Lammert Postma (links) en Marten Postma boren vlak bij de vindplaatsen Hoogersmilde A en B om een beeld te krijgen van de sedimenten waarin de Hoogersmilde-stenen - als het authentieke artefacten zijn - lang ingebed hebben gezeten.

 

 





Het resultaat van een boring tot op 90 cm diepte. Duidelijk zichtbaar is de overgang van het diepbruine dekzand (rechts) naar het lichtere keileem (links). In het midden is een laag aanwezig bestaande uit een vermenging van keizand en dekzand.

 

 

 

 


Een profiel gestoken in een slootkant grenzend aan Hoogersmilde A. De zwarte laag bovenin is de bouwvoor (tot ca. 40 cm diepte). Daaronder is een donkerbruine laag keizand vermengd met dekzand te zien. In deze laag, die licht lemig is, zijn morene(vuur)stenen aanwezig. De laag hieronder is het keileem dat sterk lemig is. Wanneer de Hoogersmilde-artefacten authentiek zijn, moeten deze artefacten ingebed zijn geweest in de laag boven dit keileem. De lagen zijn hier opvallend schuin gericht. De gefotografeerde hoogte van het profiel is ca. 65 cm.
 

 

 

 

i e u w s

s

 

 

 

pdf-versie