30 januari 2009 artefacten van nieuwe middenpaleolithische vindplaats zijn geen zwerfstenen ZEKERHEID OVER NEANDERTHALER-KAMPEMENT BIJ ASSEN Frans de Vries |
|
|||||
Govert
van Noort en Klaas Geertsma (APAN) weten het nieuwe Neanderthalerkampement
(Beuker e.a. 2009) niet op juiste waarde te schatten, zo blijkt op de
website
van deze vereniging¹. Beide amateur-archeologen maken er namelijk een
groep zwerfstenen van die door het gletsjerijs van de voorlaatste ijstijd,
het Saalien, naar de vindplaats getransporteerd zijn. Dat zou betekenen
dat de bij Assen gevonden artefacten niet ter plaatste achtergelaten zijn
door Neanderthalers. Het is echter eenvoudig aan te tonen dat deze zwerfstenentheorie
niet klopt. Het gaat wel degelijk om resten van een nederzetting en om
een bijzondere ontdekking voor Drenthe en Nederland: het is tot nu toe
het meest noordelijke Neanderthaler-kampement in Nederland. |
||||||
![]() |
|
|||||
Maar
waaruit blijkt dat het geen zwerfstenen zijn? Er zijn diverse argumenten
die dat aantonen, ik bespreek er één. Wanneer de 17 bij Assen gevonden
artefacten zwerfstenen zijn, dan moeten de bewerkte vlakken van deze werktuigen
allerlei zware beschadigingen laten zien die ontstaan zijn toen de stenen
zo’n 150.000 jaar geleden door het gletsjerijs over grote afstanden verplaatst
werden. Op zwerfstenen uit het keileem zijn deze ook veelvuldig te zien:
grove krassen, schramkrassen (zie afb. 1 en 2) en kneuzing van ondermeer
ribben en randen. Deze beschadigingen ontbreken echter op de bewerkte
vlakken van de Assen-artefacten. Dat betekent dat deze artefacten geen
zwerfstenen kunnen zijn en dat ze op de site achtergelaten zijn door Neanderthalers.
Het bezoek van deze jager-verzamelaars moet plaatsgevonden hebben na de
genoemde ijsbedekking. De datering van deze bijzondere vindplaats kan
daarom niet ouder zijn dan 130.000 jaar geleden. |
||||||
Van Noort
(o.m. 1996, p. 54) heeft weleens geopperd dat er wel degelijk glaciale
beschadigingen op de bewerkte vlakken van vergelijkbare middenpaleolithen
aanwezig zijn. Hij meent echter dat ze onzichtbaar zijn geworden doordat
een laagje windlak - door hem hyalietglas genoemd - de sporen overdekt
zou hebben. Van Noort spreekt zichzelf echter tegen door te stellen dat
hyalietglas doorzichtig als glas is (Van Noort 2000, p. 79). Maar ‘doorzichtig’
wil per definitie zeggen dat je er doorheen kunt kijken: alles wat onder
deze laag zit moet dus gewoon te zien zijn. Dit idee van Van Noort kan
daarom niet kloppen. |
||||||
Daar komt
nog bij dat als we als gedachtenexperiment de theorie van Van Noort volgen,
de glaciale beschadigingen op de niet-bewerkte delen ook overdekt moeten
zijn met hyalietglas. In Van Noorts optiek zouden deze sporen uiteraard
ook aan het oog onttrokken moeten zijn. Maar dat is, zoals gezegd, bij
de Asser artefacten niet het geval. |
||||||
![]() |
|
|||||
Al
met al is duidelijk dat de zwerfstenen- en de hyalietglastheorie van Van
Noort en Geertsma niet kloppen (lees voor andere argumenten: Postma &
De Vries 2001a, 2001b en 2001c). De Assen-artefacten zijn daarom zeker
geen zwerfstenen en zijn - tussen 130.000 en 30.000 jaar geleden - door
Neanderthalers ter plaatse achter- gelaten. |
||||||
Voetnoot 1. Van Noort en Geertsma menen dat alle gewindlakte middenpaleolithen, zo ook de artefacten van Assen, niet op de vindplaats zijn vervaardigd, maar ergens in Noord-Duitsland. Door de gletsjer van de voorlaatste ijstijd (Saalien) zouden ze daarna naar Noord-Nederland zijn getransporteerd. In hun optiek gaat het om zwerfstenen (door hen ook wel driftartefacten genoemd). Dat zou betekenen dat deze artefacten van voor de landijsbedekking (Saale III, ca. 140.000 jaar geleden) dateren. Beide auteurs denken dan ook dat b.v de Assen-artefacten niet door Neanderthalers, maar door de veel eerder levende Heidelbergmens vervaardigd zijn (o.m. Van Noort en Geertsma 2000). Het ontbreken van glaciale transportbeschadigingen op de bewerkte vlakken van de Asser artefacten, zoals beschreven in onderhavig artikel, geeft aan dat deze ideeën van Van Noort en Geertsma onjuist zijn. |
||||||
Literatuur Noort, G.J. van, 1997. De vorming van ‘hyaliet-glas’ in de tijd geplaatst, of de ontmythologisering van het begrip ‘windlak’. APAN/EXTERN 6, p. 37-50. Noort, G.J. van en K. Geertsma, 2000. De geologische opbouw van de middenpaleolithsiche vindplaats Hoogersmilde (Dr.) en de geologische en archeologische datering van de aldaar gevonden en opgegraven artefacten. APAN/EXTERN 9, p. 75-105. Postma, L. en F. de Vries, 2001a. Hyaliet-hypothese niet houdbaar - een ad hoc-verklaring voor het ontbreken van windlak op de Vermaning-artefacten. www.archeoforum.nl ![]() Postma, L. en F. de Vries, 2001b. ‘My mind is made up, don’t bother me with facts’. www.archeoforum.nl ![]() Postma, L. en F. de Vries, 2001c. Een nieuwe hyalietstrijdigheid. www.archeoforum.nl ![]() Beuker, J., M. Niekus en D. Stapert, 2009. Eerste Neandertalerkampement opmaat naar meer - intensieve veldverkenningen leiden tot nieuwe Neandertalervondsten. www.archeoforum.nl ![]() |
||||||
|
Wilt u een printversie van dit artikel downloaden? Klik dan met de rechter muisknop op 'printversie' en selecteer vervolgens 'doel opslaan als'. Om een pdf-bestand te openen moet acrobat reader 4.0 of hoger op uw computer geïnstalleerd zijn. |
o n d s t b e s c h r i j v i n g